- Gegevens
- Hits: 376
De kracht van het gesproken woord
Dat sportverslaggevers over het algemeen meer verstand van sport dan van verslaggeven hebben, is wel bekend. Het wordt nog erger als deze mensen gaan ‘interviewen’. Het schijnt dat je in die kringen vooral scoort met een goeie ‘quote’. Meestal blijft het 0-0…..; veel gescoord wordt er niet. Een quote die de moeite waard is gaat namelijk doorgaans vooraf door een goeie vraag.
Legendarisch is natuurlijk de onnozele vraag aan Sjaak Swart na een wedstrijd waarin hij een mooie goal had gemaakt. “Wat ging er door je heen?” Deze draak is vandaag de dag vervangen door een eigentijdse dito: “Hoe ga je om met de druk?” Nou is dat best wel een vraag die een mooie quote op zou kunnen leveren analoog aan het antwoord van Sjakie (‘Ik moest toevallig toch die kant op’). Ik zou in zo’n geval antwoorden: “Oh, dat is geen probleem. Ik heb een veiligheidsventiel in mijn kop.”
Sportverslaggevers hebben ook een onverklaarbare drang om dingen mooier te maken dan ze zijn. Hoewel, mooier? Is nodeloos ingewikkeld doen mooier of is die neiging een gebrek aan eigenwaarde? Ik kan me niet voorstellen dat een sporter dingen zegt als: “Omdat ik zo hard heb geknokt om hier te staan is het extra pijnlijk je te realiseren dat een aantal externe factoren een grote impact hebben gehad op mijn mentale en fysieke welzijn.” Toch werd deze frase letterlijk als quote van een olympiër geprint. Dit soort dingen hoor ik sporters nooit op radio of tv zeggen. Dat zeggen ze wel, maar dan gewoon zoals jij en ik: “Ik heb mijn stinkende best gedaan en dan is het behoorlijke klote als het niet lukt een goede prestatie te leveren.” En wat is daar mis mee? Voor iedereen begrijpelijk, kort en krachtig.
Ik vermoed een vicieuze cirkel in dit wereldje. Collega-sporters lezen namelijk dat hun concurrent van die onwijs interessante dingen heeft gezegd. Dus dat willen ze op zijn minst evenaren, of beter nog: overtreffen. Maar ja, hoe kom je hooggeletterd over als je dat niet bent? Een paar steekwoorden napraten lukt nog wel, dus dan komen de platitudes. “Het is mijn passie en daarom ga ik ervoor en ondanks de bijna moordende druk leg ik de lat steeds weer hoger. Want als ik daar sta, stijg ik boven mezelf uit.” Dat horen de collega’s van de man die de mic vasthoudt weer en die zijn jaloers dat die gast zo’n mooie quote had. Dat willen ze dan overtreffen en dan worden de eenvoudige eerlijke antwoorden van de sporters hoogdravender gemaakt. Vaak draaft dat zó hoog dat zelf Bonfire er niet aan kon tippen. Trouwens, Anky van Grunsven is een van de weinige sporters die zich daar nooit schuldig aan maakte en gewoon op z’n Errups zei dat “d’r perd t goed gedoan hai. En dè kumt ok wel umdè-tie van dizze muziek houdt, geleuf ik". Dat wordt dan op de sportpagina: “Bonfire zat vandaag goed in de teugel en effectueerde mijn aanwijzingen voortreffelijk. Daarbij heb ik het verleden gemerkt dat hij gevoelig is en het niveau van zijn prestaties fluctueren met de muziek. Zijn stamboom heeft veel Europese branches en daarom heb ik de negende symphonie van Beethoven gekozen voor deze allesbepalende kür. De ervaring heeft me namelijk geleerd dat hij daar altijd goed op acteert.”