- Gegevens
- Hits: 287
Vechten voor Vrede
Eén keer per jaar ging ik als menneke graag naar de kerk. Met kerstmis. De nachtmis. Dan ging het hele gezin in twee auto’s – katholiek hè – naar vliegbasis Volkel. Daar was elk jaar in een hangar een nachtmis voor een select gezelschap van een paar duizend man (m/v/l/h/b/t/i). Des nachts om 0.000 uur begon het feest. Dat waren nog eens tijden! De dienaar Gods voerde zijn performance op achter een altaar voorin de hangar, geflankeerd door twee straaljagers (De vrede op aarde moet je bevechten was toen de kerstgedachte). Geen JSF of F16 natuurlijk; we hebben het over de tijd van de StarFighter. Die dienaar Gods had twee maatjes want het was natuurlijk wel een mis met Drie Heren, zoals dat heette. (Of dat echt zulke heren waren valt te betwijfelen met de kennis van nu, maar goed.) Die heren werd bijgestaan door een regiment misdienaars die rondsjouwden met eten, drinken en belachelijk grote boeken van links naar rechts verplaatsten. De acolieten zwaaiden ook nog wel eens met een vat wierook rond om de discipelen te bedwelmen. Zaterdag wietrook en zondags wierook!
Het voor ons kinderen nogal imponerende tableau rond het tabernakel was extra imposant door de kerstbomen links en rechts. Niet zomaar een paar dennenboompjes, nee sparren van dik twintig meter hoog. Met honderden lichtjes versierd. Echt wel cool! Vooral omdat het in zo’n hangar hartje winter echt stervenskoud is!
Enfin, een gewone wekelijkse zondagsmis duurt gemiddeld drie kwartier en dat waren kwartieren waar geen eind aan leek te komen, kan ik je vertellen. Die nachtmis in Volkel duurde ongeveer drie uur! Die waren voorbij voordat je het wist. Veel sa-hamenzang want er was ook een kinderkoor. Niet Kinderen voor Kinderen want dat bestond nog niet. Het zal wel KerkKinderen voor Kapelaans geheten hebben, ofzo. Vanzelfsprekend mocht het gepeupel allemaal meezingen met de traditionals. Dat was lachen want er was elk jaar wel een tiepje dat vond dat ze – ja echt waar, meestal was het een ‘ze’ - geweldige vocale kwaliteiten had en vooral ook vond dat de hele vliegbasis dat moest kunnen horen. Door de volumeknop van haar stembanden tot de max open te zetten en/of een octaaf hoger te zingen dan de rest van die amateurs. Één keer hadden we het geluk dat zo’n zelfbenoemde lijster in de rij achter ons zat. Die presteerde het om zeer volumineus het Gloria met ongekende uithalen en trillers te zingen. Wij boeren zongen gewoon Glo-ho-ho-ho-ria maar mevrouw de barones van Kapsones tot Aanstelleritus zong: Glo-glo-glo-glo-ria! Mijn oudere en baldadige zusje lag helemaal krom van het lachen en ging prompt meedoen met die bijzonder deftige versie. Wat haar een bestraffende por van moeders opleverde, natuurlijk.
Diezelfde zus had meer kerkelijke streken. Zo kwam er regelmatig een gezang voorbij met een behoorlijk gristelijke tekst: Oh Heiland open wijd de poort. Als zesjarige wist je natuurlijk echt niet wat een heiland was , dus ze ging er vanuit dat ze dat wel verkeerd verstaan had en maakte er iets van wat voor een kind uit een boerendurp veel logischer was: Oh weiland open wijd de poort. Dat werd een evergreen in onze familie.
Eén nachtmis is me nog meer bijgebleven dan anderen. Dat jaar stroomden we na de zegen van de heer en zijn dienaars de hangar uit en bleek de wereld helemaal wit te zijn. Dan ga je toch wel even twijfelen aan je ongelovigheid.
De nachtmis werd traditiegetrouw afgesloten met een kerstontbijt en famille. Kerststol, roomboter en…. de traktatie van het jaar: worstenbroodjes!
P.S. Gristelijke en atheïstische lezers zullen de Heer Google hier en daar moeten aanroepen.